dinsdag 28 augustus 2012

Tegeltjesbrug


Friesland: koeien, grasland, schaatsen, berenburg, tweetaligheid. Meren, Afsluitdijk, Waddenzee. Klein Scandinavië. Die laatste staat niet in de officiële canon.

Als wij half augustus 2012 drie dagen in deze noordelijke provincie zijn, lijkt ons het aantal lange, blonde mensen opvallend groot. Is dat omdat ons referentiekader de Spaanse Brabander is? Of worden we ‘geframed’? Gemanipuleerd dus door de verwachting over ‘Noorwegen-Zuid’ die zich in ons brein heeft opgebouwd. Even terzijde: het rijzige van postuur blijkt geen garantie voor slank. Het in het oog lopende overgewicht heeft ook deze streek weten te vinden.

Bevestiging van de klassieke beelden vinden we overal. Om te beginnen staat voor ons hotel een meer dan levensgrote bronzen schaatser. Met op diens sokkel de namen van al de bikkels die een Elfstedentocht wonnen. We verzuipen in de pompeblêden die op werkelijk vanalles afgebeeld staan. Iedereen heet Postma, Dijkstra, Kooistra, Minnema, Boomsma, Boonstra, Ferwerda. En indien niet, dan Faber, Althuisius en grappig genoeg De Vries. Die laatste familienaam scoort hoog in de Nederlandse top-10. Kun je nagaan hoeveel lieden in de loop der eeuwen deze landstreek verlaten hebben.

Onze wandeltocht op vrijdag 24 augustus voert ons door een leeg land. Kleine dorpjes zorgen voor een aangename onderbreking. De kerkjes zijn oud, waarbij kloostermopvlakken en romaans lijstwerk aan Zuid-Europa doen denken. Om 12.00 uur slaan de klokken en wordt het gebeier van alle kanten aangevoerd uit gebedshuizen van hervormden, gereformeerden en wederdopers. Het groen ziet er pasgewassen en zojuistbijgeknipt uit. De fietsers groeten ons bij het passeren.

Bij een weg lezen we op een bord dat de berm niet gemaaid wordt. Zulks bevordert de vlinderstand. En werkelijk, het barst er van die beestjes. Dit lange, rechte lint voert ons naar de zogenoemde ‘tegeltjesbrug’. Die kennen we nog uit een voorgaande editie Friesland, waarin we een deel van het 11-stedentraject in een schuit aflegden.

Deze brug is misschien wel hét icoon van de Friese karakteristiek. De busladingen Chinezen en Japanners ontbreken. Wel is de afvalbak naast de houten banken overvol, een dissonant binnen het keurig aangeharkte weidegebied van Fryslân. Friese knoestigheid op Makkumer tegelwerk. Onvoorstelbaar in deze zomerzon en bij de lunchtemperatuur van 23°C.

Onder de boterham fotograferen we dit Elfstedenmonument vanuit verschillende hoeken. De dame gaat helemaal op in de digitale registratie van deze blauwwitte hulde aan de tocht der tochten. Na enig speurwerk spot ze ook het plaatwerk met onze Friesche troonpretendent.

Stine Jensen kan hier ter voorbereiding van haar volgende identiteitsboek de inspiratie vinden voor een hoofdstuk dat zou kunnen heten: ‘Ik schaats, dus ik ben’.







vrijdag 24 augustus 2012

Ameland (2); met trapondersteuning

De overtocht van Holwerd naar Ameland duurt drie kwartier. We zitten op het bovendek in de zon. En in de wind. De boot slalomt van boei naar boei; op de iPad zijn de zandbanken te zien die de ferry omzeilt. We moeten tot de terugreis wachten om die obstakels gemakkelijk te kunnen zien bij laag water.

Aan de kade van Nes huren we fietsen. Die zitten bij het midweekpakket 'lezersvoordeel' inbegrepen. Mijn vrouw stelt voor om dit onderdeel op te waarderen tot elektrische modellen. Dat kan en deze middag doen wij gans het eiland met trapondersteuning. Een weldaad bij deze sterke bries in het gezicht. Natuurlijk hebben we die wind ook de helft van de afstand in de rug, en dan nog.

We picknicken bij de Waddenzee. Iets ten oosten van ons moet je bij eb de resten kunnen zien van een vaste verbinding met de overkant. Die navelstreng heeft de elementen niet blijvend getrotseerd. Mis je nu de laatste boot van 18.30 uur, dan kun je voor €100 per watertaxi overgezet worden. Wat betekent dat voor de vaste bewoners? Alleen overdag verjaardagen vieren?

Prachtig weer, mooie luchten. Waarna we langs de zee oostwaarts gaan. Uiteindelijk komen we via een pad met links duinen en rechts moerassig grasland bij een uitkijkpost boven natuurgebied 't Oerd. Hier bevindt zich het hoogste punt van het eiland: 24 meter. Met zicht op twee zeeën.

Ik begrijp dat Ameland allereerst een zandwal in het water was, waarachter zich door aanslibbing wadden vormden. Die aanwas is nu gebied voor landbouw en veeteelt. Bovendien liggen daar de vier dorpjes: Hollum, Ballum, Nes en Buren. Samen goed voor ruim 3.000 inwoners. Bovendien blijkt het eiland van 1704 tot 1798 privé-eigendom te zijn geweest van Beatrix voorouders. Ik kom wat Oranje-Nassaus tegen deze dagen in Friesland.

Dan helemaal van oost naar west langs de noordelijke route. Met trapondersteuning op volle kracht. Er zijn hoge witte wolken, flink wat zon en de andere eilandgasten zijn geconcentreerd aanwezig op bepaalde punten zonder dat ik de indruk krijg dat Ameland overstroomd is met toeristen. Sterker nog: het heeft er de schijn van dat de natuur voorrang krijgt.

We ronden de vuurtoren en gaan weer richting Nes. Bij de Waddenzeezijde lopen we wat meters over de drooggevallen bodem. De dame ontdekt daar zeekraal en die smaakt dit jaar voortreffelijk.

Hollum en Ballum hebben elk een kleine historische kern. Het is er levendig. Hoe zou dat half november zijn? Een standaardvraag. In sommige gevallen ga ik terug voor een antwoord.

Rond 17.00 uur leveren we de fietsen weer in. Volgens de teller hebben we net iets meer dan 50 km achter de rug. Met gemak halen we de laatste boot en we varen in de late zon terug naar Holwerd. Het uitstapje naar 'Noorwegen-Zuid' vond ik zeer de moeite waard. Zeker ook de aanloop.

En terwijl ik in gedachten over het water en de drooggevallen zandbanken schouw, komt een citaat uit 'Denken op de plaats rust' van Henk van der Waal boven drijven. Die formulering waar ik al wat dag op kauw, heeft de auteur mooi uit zijn pen gekregen als het gaat om de opdracht van de filosofie: 'mensen inzicht te verschaffen in hun bestaan en om mensen vreugdevol te verzoenen met hun sterfelijkheid'. Ook een vorm van trapondersteuning. Ik pak nog een krentenbol en zie dat ook de kaas getranspireerd heeft vanmiddag.

donderdag 23 augustus 2012

Ameland (1); op weg

Ameland. Zouden de Romeinen hier geweest zijn? Ik ken iemand die zich jarenlang deze vraag stelde als hij plannen maakte voor de vrije tijd.

Vandaag ga ik voor het eerst van mijn leven naar een Waddeneiland. 'Noorwegen-Zuid', in mijn ogen. Die jongens uit Rome zaten daar mooi niet. En waarom ook zou ik in mijn eigen tijd kou en regen opzoeken? Of een puzzelplaat met wolken, wind en water?

Dan toch Ameland. Een kwestie van durf? Roekeloos handelen of gewoon ‘doen’? De laatste jaren citeer ik ij gelegenheid wel meer de heer Ollie B. Bommel: 'Jonge vriend, ik wist niet dat ik het in me had'. Bovendien is elke reis naar buiten is ook een reis naar binnen. Nou ja, zou dat idealiter kunnen zijn volgens Stine Jensen. Of in de woorden van Loesje: 'Ik wil mijn tijd nuttig verspillen'.

Nou zeg, pas twee alinea's op scheut en de dag staat nu al stijf van de citaten. Misschien niet zo vreemd met de Elfsteden-Tegeltjesbrug binnen handbereik. Daar staat die kop van de kroonprins ook bij: de Friese Oranje-Nassau terug bij de schaatswortels.

Gelukkig eindelijk op weg. Met meteen al een omweg over maar liefst Dokkum. Wordt wel krap in de tijd op die manier. Het laatste stuk van de route naar de kade van Holwerd gaat door een tot weinig anders dan zelfmoord inspirerend landschap. Je moet op deze rand van Nederland geboren zijn, om het hier uit te kunnen houden. Ik was hier voor mijn werk ooit in de winter en raakte in de mist verdwaald.

Die van de veerboot zijn wel punctueel dus zien wij de pont net onder stoom gaan als wij om 10.30 uur voorbij de kaartcontrole rennen. 'We hebben al tickets', hoor ik mijn vrouw opgewekt roepen. 'Dan wel voor de volgende boot', komt ons door de geluidsinstallatie achterna. De God van Geert Mak verliet eerder Jorwerd en wij zien hoe de ferry van de firma Wagenborg bij Holwerd dezelfde weg kiest. De meerpaal staat er wat eenzaam bij.

Een uur van nutteloze tijdverspilling volgt. Is dit de verveling die volgens Joke J. Hermsen tot inspiratie leidt? Ik baal tot in mijn voegen. Misschien moet ik een eindje gaan wandelen. Of liever: gaan we dat met zijn tweeën doen. Ap Dijksterhuis doet na ‘Het slimme onbewuste’ momenteel onderzoek naar wat geluk is. Een stuk daarover in NRC/H kopte vorige week met 'Geluk is wandelen langs het strand'. Dat doen we wel aan de overkant, want de boot van 11.30 uur meldt zich. Nieuwe kansen en ik sta vooraan in de rij.

woensdag 22 augustus 2012

Leeuwarden Oranje

Tweehonderdennegen kilometer later parkeer ik de auto in Leeuwarden. Tijdens de oversteek naar het hotel ruiken we een scherpe geur die aan circus en dierentuinen doet denken: links blijken de te liggen veemarkthallen. Verborgen achter WTC-expogebouwen. Waarom is de Bossche handelsplaats in koeien, paarden en aanverwante artikelen ook al weer verdwenen? Mond-en-klauwzeer draaide zo’n tien jaar geleden die activiteit de nek om.

Leeuwarden, verzamelplaats van al dan niet hierheen gedirigeerde kantoren. Ze staan op een kluitje aan het eind van de Tesselschadestraat die ons hotel met dat kwartier verbindt. De Achmeatoren priemt 114 m de lucht in. Met mijn geld gebouwd dus. Op de begane grond huist het VVV waar we een stadswandeling halen. We kunnen ook met een gids mee en kiezen voor ons eigen tempo.

De kaart bevat vier thematische wandelingen. Ik ben met name in de Oranjewandeling geïnteresseerd. Bij een voorgaand bezoek aan Frieslands hoofdstad, was die ‘koninklijke’ wijk wat de tijd betreft stiefmoederlijk bedeeld. In mijn herinnering moet het de mooiste hoek van de stad zijn.

Dat vermoeden wordt tijdens de middagwandeling helemaal bewaarheid. De noordwesthoek blijkt een aaneenschakeling van paleisachtige huizen, stallen en kerken die met de Friese Oranjes verbonden zijn. Daarnaast is een deel daarvan ooit eigendom geweest van katholieke kloosterorden. Dit verklaart namen als Bagijnestraat en Bontepapesteeg. De huisnaam ‘De Witte non’ verwijst naar een verdwenen zustersconvent.

Eind 16de eeuw was het afgelopen met het Spaanse regime en de katholieke kerk. Er kwam een stadhouder in Friesland, via familiebanden gelieerd aan de Hollandse Oranjes. In een notendop: toen de tak van Willem van Oranje geen vruchten meer droeg, zette de Friese tak de traditie voort. Beatrix is behalve Duits, Russisch en nogzowat dus eigenlijk gewoon een Friezin.

Vooral de stadhouderlijke erfenis geeft het provinciale Leeuwarden een statig aanzien. Bijvoorbeeld in de omgeving van het Gouverneursplein – Hofplein. Op een terras daar in de zon wordt mijn verzoek op en dubbele Trappist niet begrepen. Na enig gewinkel blijkt er wel en Westmalle Tripel geleverd te kunnen worden. Uiteindelijk wordt het een Grimbergen dubbel. Vooruit dan.

Uiteraard struikelen we die middag over de typisch Friese dingen. Alleen al de achternamen op -a brengen ons samen met de uitingen van regionale trots tot de gedachte om zelfs puur Amerikaanse bedrijven te herdopen in McDonaldsma en Burger Kingsma. Zeker die tweede klinkt authentiek.

's Avonds eten we bij restaurant ‘Fosk’ op de elfde verdieping van ons hotel. We horen dat ‘Fosk’ ook zoiets betekent als ‘samen’ en ‘gezellig’. De keuken maakt gebruik van Friese producten, op een vakkundige en verfijnde wijze. Letterlijk en figuurlijk op hoog niveau. Morgen Ameland.

maandag 20 augustus 2012

Mooie stad (10); veel strand


Den Haag is de afgelopen jaren flink breder geworden. Met zand uit zee groeide het strand uit tot een ware vlakte. Palen met in de top de afbeelding van een dier helpen bij de oriëntatie. Zeker tijdens het drukke weekend van 18-19 augustus 2012 is dit soort bakens welkom.

Op zaterdagochtend rijd ik om 08.00 uur weg in Den Bosch. Naarmate ik de hofstad nader, groeit het aantal Duitse kentekens. Zo te zien vooral uit het Ruhrgebied. Vijf kwartier later ben ik fileloos gearriveerd. Ik leen de fiets van de jongedame en ben in 10 minuten bij Kijkduin, waarna een lekker familiedagje aan het strand volgt. Veel waterpret met het kleine grut. Ik geniet ervan. Het is even sjouwen met de mini’s: ons stekkie ligt ver van het water. Ik wijs de oudste van vier op de hoge leeuwenkop bij ons in de buurt. Zelf vindt ze het roze varkentje 100 meter verderop een markanter teken.

Het absorptievermogen van zo’n grote lap strand blijkt deze dag enorm. Met de parkings is dat een ander verhaal. Ik beklaag de ouders met kinderen die lang in de auto moeten rondtoeren voor een plekkie: ‘Wanneer zijn we d’r nou?’

Zondag wordt een fietsdag. De werkzaamheden ter verbreding van strand en duinen strekken zich uit richting Hoek van Holland. Een belangrijk onderdeel daarvan vormt de aanleg van de zogenoemde Zandmotor. Moest ik een jaar geleden dat schiereiland-in-wording nog vanachter een hek bezien, sinds enige tijd loopt er een nieuw hooggelegen fietspad langs. Met mijn schoonzusje als gids peddel ik zuidwaarts. Uit de lucht moet het een mooi gezicht zijn om te zien hoe de badgasten zich ophopen bij de uitkomst van de duinpaden. De tussengelegen stroken zijn rustig. De Zandmotor zelf oogt om 11.30 uur als een bountystrand met lagune. Een prachtig gezicht. De fietsweg waarlangs ook het langeafstandswandelpad loopt, maakt mij enthousiast.

Rechts strand en zee, links een afwisseling van kassen, campings, groen met grote grazers. Een van de exotische runderen staat tot buikhoogte in een plas water. Hoek van Holland zien we al de hele tijd aan de horizon. Niet zozeer de huizen, als wel de havengebonden industrie langs de Nieuwe Waterweg. Op een punt waar het recreatiegebied begint, staan palmbomen in potten. Die overwinteren ongetwijfeld onder het glas.

We wandelen langs de pier. Een stuk vol contrasten. Hier loopt het ‘natuurlijke’ duinlandschap precies tot aan een betonnen rand, waar het abrupt afgesneden wordt door de Noorderpier. Boten varen af en aan. Dit is echt de hoek van Holland. Ik sta hier voor het eerst in mijn leven en probeer de betekenis van deze plek te bevatten.

Na een lunchstop gaan we  langs het oude binnenpad weer terug. We komen nauwelijks iemand tegen. IJspauze in Kijkduin en dan door naar Scheveningen. Er hangt ineens wat mist, schapenwolkjes trekken over en de aangekondigde zeebries brengt verkoeling. Ter hoogte van het havengebied vallen wat druppels regen. De uittocht van het strand brengt veel volk op de been en het is een licht gedrang daar waar nog aan de ‘upgrading’ van de boulevard gewerkt wordt. We lopen richting pier, bekijken het geflaneer en ik weet weer waarom ik Kijkduin de voorkeur geef.

We zoeken de rust op van de Tweede Binnenhaven. De zon komt weer terug en het bier smaakt voortreffelijk op het terras van het Brouwcafé. In de buurt ligt het visrestaurant Simonis: wat eten betreft een topper waar ik in goed gezelschap graag kom. Omdat we gisteren al in ‘Chinatown’ de locatie Simonis in de Stad bezochten, wordt het ’s avonds een pizza bij Giorgo.

Het strand loopt nu echt leeg. Op drukke punten verkeersregelaars. Met onze fietskes gaan we in slalom overal langsheen.

Bij een laatste mok thee rond ik 's avonds deze prettige tweedaagse op een gezellige manier af, waarna ik met een groot knuffelbeest onder arm naar de auto loop. Een van de twee logeetjes heeft deze eenhoorn bij de jongedame laten liggen. Vanaf haar appartement kom ik in de lift 12 verdiepingen lang niemand tegen. 'Slaapt die ouwe vent nog met een knuffel?'

Als ik aan de thuisreis begin, is het buiten afgekoeld tot 22°C. Een uur later in de buurt van Den Bosch staat de temperatuur op 27°C: ik ben weer in het zuiden. Wat moet het hier warm geweest zijn. 

donderdag 16 augustus 2012

Zomersalade 'Makreel'

Mooi zonnetje en na de vakantie gaan we weer skaten op donderdagmorgen. Een aantal sportievelingen bevindt zich al op de afgesproken plek als wij op 18 augustus 2012 om 09.15 uur arriveren. Het bijkletsen gaat gewoon verder terwijl we in een rustig tempo door landelijk gebied richting Oisterwijk schaatsen.

We skaten een bekende route. Ineens staan we bij Heukelom voor een zwik vreemdsoortige figuren. Het snoepje-van-de-dag. Klein geluk. Niet te plannen. In het veld staan 200 vogelverschrikkers opgesteld. Correctie: het blijken 'vogelverleiders' te zijn. Dat lezen we op een bord. Bovendien staat er een clubje mannen, met achter in een bakkie een nieuwe pop onder een kleed. 'Die gaan we hier begraven', zegt Paul Spapens. 'In Heukelom is ooit iemand vermoord'. Wij mogen ons opstellen tussen de zwijgende verleiders en Spapens, bestuurslid ‘Vogelverleiders’, maakt van een afstandje foto's. Zelf zet ik de skaters op mijn iPhone.

Oisterwijk kreeg 800 jaar geleden stadsrechten. Dat vieren ze daar met onder meer de opstelling van deze figuren. Het zouden er best wel ‘s 800 kunnen worden. Iedereen is uitgenodigd een bijdrage te leveren.

Na de koffie bij ‘De Druiventros’ passeren we op de terugweg een flinke moestuin. De eigenaar daarvan heeft langs de weg op een veilingkistje wat van de oogst staan. Ik koop een pond breekboontjes voor €1, hoewel mijn koelkast uitpuilt. Na de lunch maak ik een frisse zomersalade makreel en schuif daarmee alle andere ideeën voor het avondeten even opzij. Van de jongedame kreeg ik eerder deze week een kaart met de aanmoediging ‘Laten we dan plannen dat we niks plannen’. En zo geschiedt in de stad Den Bosch.

Voor deze zomersalade snijd ik in kleine blokjes: drie filets gerookte makreel (Lidl), een ontpitte trostomaat, vier lente-uitjes, een augurk, een kwart rode paprika, twee ons gekookte en afgekoelde breekboontjes. Dat hussel ik door elkaar in een schaal samen met twee theelepels kappertjes, zout, veel gemalen peperkorrels, wijnazijn en een flinke dot olijfolie. Het geheel verdwijnt in de koelkast.

’s Avonds serveer ik de salade op een ‘bedje van’ ijsbergsla, voorzien van aceto balsamico en olijfolie. Het geheel garneer ik met wat zwarte olijven en een flinke plak geroosterd brood met allioli. Klein geluk, nu dan in eigen tuin.

maandag 13 augustus 2012

Penélope Cruz: 'Jamón, jamón'

Zondagmorgen 12 augustus meteen een 'onderhoudsrondje' hardlopen. De vakantiespullen zijn al opgeruimd. Later deze ochtend gaan we naar Amsterdam: toegangskaartjes gewonnen. Ilse DeLange gisteren nog in de auto gedraaid tijdens de rit Poitiers - Den Bosch en vanmiddag zingt ze live in de Concertzaal. Frank Boeijen treedt ook op: Kronenburg Park. Plus Janine Jansen. Volgens het plaatje begaafd en wereldberoemd als violiste: geen flauw idee. En Waylon, die ik wel eens zie aanschuiven bij 'De wereld draait door'. Ik zal het wel zien en horen.

Nederland - vakantieland. Bij ons beginnen morgen de scholen weer. Eerste schooldag voor een achternichtje: spannend. In de hoofdstad blijkt het volop zomer en ik hoor allerlei talen. Eerst lunchen, ergens in een hoek van het centrum die zo mooi 'de negen straatjes' heet. De bik is onderdeel van onze NS-zomeraanbieding. Iedereen die in die specifieke tent eet, blijkt NS-ganger.

Toerist in eigen land en ik voel hoe Spanje afstand neemt. Of juist ik, van dat land waar we tot voor een paar dagen vol enthousiasme verbleven. Zo gaat het altijd, dus waarom nu niet,

Om Spaanse gedachte te prolongeren heb ik voor later deze week al drie films uit de stapel gehaald: 'Jamón, jamón', 'Juana la Loca' en 'Capitan Alatriste'. Ze hebben alles te maken met de afgelopen dagen. Die dvd’s ga ik zeker bekijken. En ik heb op mijn iPhone een lijstje met zaken die ik nog moet googlen. Ik ben weer thuis en volgens de mythe gaat het lichaam te paard en volgt de ziel te voet. Ik wil de gang van dat laatste bijbenen.

Dus heb ik als treinlectuur de El País van vandaag gekocht. Met daarin een artikel over de Spanjaarden op vakantie in 2012. Een moeilijk seizoen voor een bevolking waarvan 24,63% werkloos is. Tering naar de nering en dus blijft de helft van de Madrilenen thuis en 35% van de Barcelonezen. Wie wel gaat, doet dat minder lang en minder ver dan eerst. Het eigen land blijkt favoriet en velen ruilen huizen met familieleden.


Naar een dagje strand gaan koelbox en zelfgemaakte broodjes mee. Restaurants krijgen mondjesmaat klandizie: kleine hapjes. Dat in de wetenschap dat je voor een volledig menu €8 betaalt, waarbij je zoveel op je bord krijgt, dat je er gemakkelijk met twee personen genoeg aan hebt. De bezetting van hotels, hostals en pensions komt uit op 31,96%. Een terugval in vergelijking met vorig jaar van 47%. Geen wonder dat we onderweg voor de volgende dag steeds met gemak via Booking.com een adres vonden.

Ilse zingt de sterren van de hemel. Ik ben echt weer helemaal thuis. Nog even deze blog op het net zetten en dan naar de gouwe ouwe uit 1992 ‘Jamón, jamón’, met de dan nog jonge Penélope Cruz.

vrijdag 10 augustus 2012

Poitiers

Vandaag Tordesillas - Poitiers, 850 km. De regionale krant en het tv-weerbericht hebben vanmorgen een hittewaarschuwing afgegeven. Dat schijnt hier minder bijzonder te zijn dan thuis. Na het ontbijt eerst richting Valladolid, een tijd lang Spanjes hoofdstad. Filips II werd er geboren en om de een of andere reden verplaatste hij zijn zetel naar Madrid. Toen een onbeduidend stadje dat zelfs de Romeinen links hadden laten liggen. Daarover wordt hier wel eens smalend gedaan omdat in zelfs het kleinste gehucht Romeinse resten aangetroffen worden.

Valladolid, een stad met een centrum waar de mooie gebouwen tussen nieuwbouw opgespoord moeten worden. Zeer de moeite waard. Veel is verdwenen als straf voor een weerspannige houding tegenover Franco. Dan naar San Sebastián in Biskaje. Vorig jaar begon onze tocht door Noord-West Spanje in Bilbao, iets verderop. De stad moet een geweldige baai hebben. Daar is nu weinig van te zien door de heiigheid. Het is 38°C.

De klimmende weg richting Biarritz is mooi. Een soort Brennerpas in verfijnde vorm. Het traject vanaf Bayonne door Les Landes is bekend terrein. Een soort reuze groot Drunense Duinen, zonder duinen. CD's van bijvoorbeeld Ilse de Lange verdrijven de eentonigheid. Ten westen van Bordeaux file tot de peage en dan gezwind door de wijngaarden, gevolgd door velden met zonnebloemen en strobalen, aangezien het graan al binnengehaald is.

Ik kom in de buurt van Poitiers. De afgelopen weken heb ik opnieuw veel overblijfselen gezien van de Spanjes Arabische periode. Zuid-Frankrijk stond ook op het lijstje van de woestijnheersers. Ze kwamen tot Poitiers en moesten toen terug, verslagen door het leger van Karel Martel, Karel de Hamer. Ik meen dat deze gebeurtenis er al in klas zes bij de fraters ingehamerd is. Met schoolplaat en al.

De totm-tom stuurt me naar Lusignan, een plaatsje in de Dordogne. Hotel Le Bistroquet. Staat op Booking.com, al jaren mijn trouwe gids. Het blijkt eerder een goed restaurant, met hotelkamers. Ik eet er lekker, maak een kleine wandeling in een stil dorp waar de warmte hangt. De meeste huizen hebben halfronde Romeinse dakpannen. Moet toch eens opzoeken waar in Frankrijk de grens voor deze typische dakbedekking loopt. Het park dat groot op de plattegrond staat, is tijdens de Revolutie geannexeerd om vervolgens als staatseigendom door Napoleon verkocht te aan particulieren. Het riviertje is helder en zit vol vis.

Er is geen airco op mijn kamer. Het geluid van een stroompje achter het hotel lijkt via mijn open raam voor enige verkoeling te zorgen. Met suggestie kom je een heel eind. Morgen naar huis.

donderdag 9 augustus 2012

Ruta de la Plata

Na vier dagen Bolonia vertrek ik op 9 augustus 2012 om 09.00 uur naar Den Bosch. Volgens planning brengt een autorit van drie dagen me van Spanjes zuidelijkste punt thuis. De eerste nachtstop is Tordesillas, 800 km verderop.

De weg daarheen en een aantal plaatsen langs de route zijn me bekend; Tordesillas niet. Bij Chiclana de la Frontera komt een vlucht over van ooievaars. 200, 300? 'Veul' in elk geval en ik moet mijn ogen op de weg houden.

In Sevilla ga ik bij het hotel langs waar ik zondag jl. mijn oplader had achtergelaten. Om de hoek is een vesting van mijn favoriete super Mercadona waar ik vooral wijn insla. Voorbij de stad begint de Autivía Ruta de la Plata. Al jaren ga ik ervan uit dat de naam aan Spanjes verleden zou herinneren en dat langs deze route zilver uit Amerika vervoerd werd naar het noorden. Als ik in Tordesillas aan het googlen sla, moet ik mijn inzicht bijstellen. Het gaat om een oude handelsweg waarvan de naam via volksetymologie 'de Zilverroute' werd. Tegenwoordig is er ook een te fietsen tracé van 938 km.

Als na Sevilla de weg begint te klimmen, verschijnen tussen de rotsen grote aantallen kurkeiken. Voorbij Santa Olalla graanvelden. Eenmaal over de pas bij Villafranca de los Barros zie ik olijf en druif. Vooral die laatste: ik rijd door een zee van groen naar Almendralejo. Hier ligt het wijngebied Ribera del Guadiana, dat sterk aan belang wint in Spanje. Mérida, Cáceres, Salamanca: steden waar ik eerder langer of korter was. Cáceres staat op 2 van mijn lijstje mooie Spaanse steden. Ik stop in geen van deze centra. Bovendien is het er veel te warm voor: 42°C. Leve de airco in de auto.

Voor Vallodolid sla ik om 17.30 af naar Tordesillas. Ook hier veel historie. Zo tekenden in 1494 Spanje en Portugal er - na een oordeel van de Paus - een overeenkomst ter verdeling van de Nieuwe Wereld. Daarom spreekt Brazilië nu Portugees en de rest van die contreien Spaans. Weer wat later zat Johanna de Waanzinnige hier opgesloten. En er zijn allerlei mooie gebouwen en uitzichten. Misschien vanavond laat. Met deze temperatuur geldt het oude Engelse lied: 'Only mad dogs and Englishman go out in the midday sun'.

Ik eet in mijn hotel ‘Los Toreros’ uitstekend. De dame die mijn kamerairco weer aan de praat kreeg, staat in de bediening. Ze snijdt de jamón ibérico en bevestigt dat de gestoofde haan uit de streek ‘je van het’ is. Die bestel ik in blind vertrouwen en het gestoofde beest smaakt verrukkelijk. Evenls het toetje-van-het-huis. In een ander leven was ik vast met deze fee getrouwd.


Na het eten is het om 22.30 uur buiten 31°C: net te harden voor een late wandeling. Een mevrouw die me de weg wijst naar de rivier bezweert dat het hier ’s winters echt winter is.

Tordessilas is in het lantaarnlicht schilderachtig. Hopelijk kan ik morgen voor mijn vertrek richting Frankrijk hier nog ergens wat flessen wijn op de kop tikken van de soort die ik tijdens het avondeten dronk. Voortreffelijk. En met die gedachte ga ik pitten in een kamer die dankzij de airco weer op slaaptemperatuur is.

woensdag 8 augustus 2012

Bolonia (4)

Het kan je hier zomaar gebeuren, dat er een stier op je pad staat. Dat went na een aantal dagen. Zes paarden die plotsklaps voor je langs sjezen, is iets opvallender. Dat gebeurt me dinsdagavond, via een binnenweggetje op weg naar restaurant Bellavista. Ik geloof niet dat iemand - behalve wat honden die ook bij het mobiele meubilair horen - zich om dat scharrelvee druk kan maken.

Voor ik op het terras kan gaan zitten, veegt de ober het zand van tafel stoel. Zo'n harde wind als vandaag, hoort bij de zomer, vertelt hij. Als ik wat later zit te peuzelen, neemt de wind in sterkte af. De palmbomen bewegen in de bries; het zicht op Afrika blijft weg.

In mijn terraskamer is het benauwd warm, dus gaat voor het pitten de airco op volle toeren. Alsof dit het sein is om ook buiten de ventilator hoog te zetten. Het raam klappert. De hele nacht zal de wind tegen mijn optrekje slaan. ‘De Costa de la Luz', staat er in de Capitool reisgids op pag. 444, 'tussen Cádiz en Tarifa, is een ruige, door de wind geteisterde kuststrook'.

Eerder waren we na een reis van Madrid tot Mérida ter afsluiting wat dagen in Matalascañas. Eindeloze zandstranden ten noorden van de Guadalquivir. En vlak bij het Maria- en ruiterstadje El Rocío, startpunt voor een excursie door de Doñana. In dit beschermde estuarium leven de laatste Europese lynxen. In elk geval konijnen zat als prooi. Daar moest na de warmte van overdag 's avonds een vest aan vanwege de koele wind. Op wat vakantiedorpjes na is het daar bijna zo rustig als hier.

Veel drukker vonden wij het meteen ten zuiden van de rivier. Hoe meer je vanaf Bolonia richting Cádiz gaat, des te vaker zul je struikelen over recente nieuwbouw: vakantieparken en om elke hoek een golfresort. In 2008 waren we na een korte stop in Bolonia een aantal dagen iets verderop in Los Caños de Meca. Mooi gebied om te wandelen, vis te eten, wat aan rustige strandjes te luieren. Nooit geweten dat de Cabo de Trafalgar zich daar in de buurt bevindt. Dacht tot dan toe dat het een plein in Londen was. Zo leer je nog 's wat.

Vandaag 8 augustus 2012 begint dus met een fikse wind. De zon verschuilt zich achter de wolk boven de tafelberg oostelijk van mijn terraskamer. Behalve de archeologische vindplaats Baelo Claudia, is er hier buiten het strand niets om te bezoeken. Geen kerk, geen kapel. Wel geeft ergens een bordje de weg aan naar een Queseria, een kaasmakerij. Bolonia is een verzameling huizen met weinig permanente bewoning. Spaans. De verdwaalde Noord-Europeaan valt hier net zo op als een neger bij Eskimo's. Da's trouwens een leuk boek.

Ik begin om 08.00 uur de dag met rondje hardlopen over het strand. Het blijkt vloed. Er is geen strook hard zand. Bovendien stuift het. Een alternatief is een smalle strook gras langs de weg. Voor het bruggetje geeft een bord aan dat het hier El Lentiscal heet. Links en rechts zijn wat appartementen of kamers te huur, bijvoorbeeld bij Hostal Hormiga Voladora, de Vliegende Mier. Humor. Er is ook een Colegio Público Rural waar de leerlingen met een bus gebracht en gehaald worden, volgens een tekst.

De weg loopt dood. Ik ga verder over een verhard pad voor boer en tuinder, mits deze over een van gemeentewege verstrekte vergunning beschikken om hier te rijden. Ook dit weggetje houdt na een tijdje op en na wat 'steeple chase' hou ik het voor gezien.

Op de terugweg zie ik vlak bij huis een koeherder te paard zijn kudde langhoornige koeien weiden. Hij gebaart mij van de weg te gaan. Even later krijg ik van een automobilist hetzelfde teken. Iets verderop is kabaal: twee mannen en een hond proberen al hollend een troep koeien deze kant heen te drijven. De beesten lopen alle kanten heen, stoppen dan om meteen te gaan grazen. Ik wacht de afloop niet af en ga naar het winkeltje om dalijk zelf te kunnen eten.

dinsdag 7 augustus 2012

Bolonia (3)

Aan de noordwestelijke zijde van Bolonia duikt een hoge rots de zee in. De stenen massa biedt bescherming tegen de wind en zorgt voor een baai waar kleine vissersschepen op het strand worden getrokken. Twee eeuwen voor Chr. ten tijde van de Romeinse nederzetting Baelo Claudia was dat niet anders. Een soortement lagune. Geschapen voor bewoning. Tijdens ons bezoek vrijdag jl. aan 'Het Huis van de Bisschop' in Cádiz las ik dat in de tweede eeuw na Chr. een aardbeving ook Baelo Claudia trof. Einde oefening. Gunstig gelegen plekken zoals die waar ik nu ben, kennen een lange geschiedenis.

Na de rondgang van de afgelopen tien dagen, kan ik het rijtje wel opdreunen. Eerst de inheemse bewoners, dan in de zevende eeuw voor Chr. de Feniciërs uit het gebied waar nu Libanon ligt. Daarna de Carthagers uit Noord-Afrika die na de drie Punische Oorlogen verdreven werden door de Romeinen. Vier-vijf eeuwen de Vandalen uit het noorden, gevolgd door de Visigoten die vanaf 711 de pin op de neus kregen van de Arabieren. Die kwamen hier om de hoek bij Tarifa vanuit Noord-Afrika aan land. In 1492 was Spanje weer van Spanje. In dat jaar ontdekte Columbus om dienst van de Spanjolen Amerika en moesten de joden het Iberisch schiereiland verlaten. Een aantal daarvan kwam uiteindelijk in Nederland terecht, zoals de voorvaderen van families als Caranza, Benavente en Buenos de Mesquita.

Dit alles gaat door mijn kop als ik 's morgens mijn kilometers draaf langs het strand van Bolonia. Op dit soort overpeinzingen kick ik. 'Ieder z'nne meug, sprak d'n boer, en vrat een baal hooi’. Da's er eentje van mijn vader.

Er staat een harde warme wind vanaf Afrika. Sirocco? Vandaag geen snorkelaars met harpoengeweren, wel wat wandelaars, een merrie met veulen, de strandstier. Kijken hoe druk het vandaag wordt. De afgelopen dagen kwamen de Spanjaarden zo rond 13.00 uur. Filevorming op het smalle wegske. Om vanaf 19.00 uur druppelsgewijs weer te vertrekken.

Ik loop naar mijn terraskamer, ontbijt en loop met factor 30 op mijn lijf terug om het grote duin te beklimmen. 11.30 uur en nog weinig zonneanbidders. De wind is nu aangewakkerd tot stormachtig en zandveren schuren op kniehoogte over het strand. Op je handdoekje gaan liggen, is onmogelijk. Langs de vloedlijn ga ik naar de enorme zandbult. In de kromming van de kust waait de wind over het water en een aantal mensen heeft daar de zon opgezocht.

Vervolgens klauter ik omhoog en ik ben benieuwd naar het zicht daarboven. Windkracht 8-9 zou ik zeggen, die de wolkenaanval vanuit de bergen boven het strand kapot slaat. Bolonia behoort tot Spanjes zuidelijkste gemeente Tarifa, bekend als dé plek in dit land voor kite- en windsurfers. Vanavond zal ik mijn neefje Paolo hierover via Facebook informeren. Deze Italiaanse sport- en Vespafanaat surft graag. In 2011 en ook eerder dit jaar maakt hij indruk - zeker op de meiskes - in Santander. Dit bedenkend, zwoeg ik verder en onderga daarbij de best voorstelbare biodynamische scrub die er is. Door die zonnecrème verander ik in een zandmannetje. Boven stuift het als een oordeel. Een paar dagen zo’n weer, en deze hoop wandelt nog verder het kreupelhout in dat zich ver uitstrekt richting vuurtoren in de verte.

Het uitzicht richting Bolonia vind ik in het tegenlicht van een grootste schoonheid. Afrika is een paar uur tijds geheel verdampt. Ik ga weer zeewaarts en krijg nu de volle laag van voren. Echt druk is het niet. Op het terrein van Baelo Augusta lopen veel bezoekers.

Er is rond 13.30 uur geen file richting parkeerplaatsen. In de tuin van het hostal spoel ik me schoon voor ik verkoeling zoek in het zwembad. Storm, warme wind en zon: een opmerkelijke combinatie. Best aangenaam. Eerst even Ruzzle met de jongedame in Nederland en dan is er frisse gazpacho als beloning voor al die inspanning op deze ochtend van dinsdag 7 augustus 2012.

maandag 6 augustus 2012

Bolonia (2)

Maandag 6 augustus 2012 word ik wakker bij het eerste licht. Ik heb zowaar wifi-bereik op de kamer en zet twee stukjes op mijn weblog. Ik ben nu 'bij'. Er komt rond 07.00 uur een mailtje van mijn nichtje binnen: zij en haar man zijn weer veilig thuis in San Diego. Gisterenochtend vlogen ze op een vroeg uur vanuit Sevilla. Met een aantal tussenstops hebben ze er een dag over gedaan. Ik stuur een reactie, Ruzzle en app met de jongedame 2.390 km verderop in Nederland en ga hardlopen.

Volgens het bord meet het strand van Bolonia 3.800 m. De zon is net boven de bergkam uit en in het tegenlicht schittert de nevel boven de branding. Een mooi gezicht. Buiten wat vissers met hengels en harpoengeweren, een enkele wandelaar en wat honden, is het nog geheel verlaten.

Ik ga in gemiddeld tempo in de richting van een groot duin aan de noordzijde. Daar liggen wat vissersbootjes op het strand. Kennelijk is er hier geen reden om de buitenboordmotoren ergens op te bergen.

De resten van het Romeinse Baelo Claudia reiken tot aan het strand. Het stadje zou als haven een tijdlang de functie gehad hebben die later Tanger kreeg. Die stad ligt aan de overkant van de Straat van Gibraltar. Het silhouet van het Noord-Afrikaanse Rifgebergte is te zien. Het was in Marokko dat ik in 1965 voor het eerst een Romeinse opgraving zag. De originele open riolering van halfronde dakpannen werkte nog op het traject tussen de bewakerswoning en de bezinkput.

In Baelo Claudia is met het nog aanwezige materiaal de oude nederzetting goed te reconstrueren. Huizen, forum, werkplaatsen. Alles volgens het handboek. Van Bulgarije tot Xanten en van Tanger tot Schotland: overal heeft dat manual herkenbare Romeinse sporen in steen achtergelaten.

Ik ren nu zuidwaarts en een snorkelaar komt aan land. Met zijn harpoengeweer heeft hij een dorado geschoten. Of heeft dat ook 'gevangen', zoals bij de hengelaars? Als ik mijn voetsporen voor de derde keer tegenkom, stop ik mijn geren langs de vloedlijn. Tijd voor het ontbijt op het terrasje vóór mijn kamer. Ik ploeg over het brede strandgedeelte naar de weg en zie dat de eerste verkopers van zelfgemaakte snuisterijen hun kraampjes aan het opzetten zijn. ‘Hippie Market’, staat er met viltstift op een bordje. Bijna een anachronisme?

Bolonia (1)

In 2008 - op weg van Tarifa naar Cádiz - maakten wij een stop in Bolonia. Hier bevinden zich de resten van het Romeinse stadje Baelo Claudia. We bezochten het enorme strand, overnachtten in een pension, werden wakker gehouden door blaffende honden en ik viel voor dit gehucht aan de Atlantische Oceaan. Ongekunsteld, een uithoek, een hippiemarktje dat zichzelf overleefd heeft, en er staat een fikse bries. Aangenaam dus voor wie de hitte wil ontvluchten die iets verderop in het binnenland heerst.

Op zondag 5 augustus 2012 parkeer ik om 12.30 uur de auto bij Apartamentos Bolonia Parasio, voorheen Don Pedro. De eigenaar verklaart de naamswijziging. 'Ik ben 38 jaar onderwijzer geweest, waarvan de laatste acht jaar hoofd in Tarifa. Dus werd ik aangesproken als Don Pedro. Ik kwam al jong voor de klas en na mijn pensioen begon ik deze bedoening. Een vriend adviseerde me mijn eigen naam als voor deze activiteit te gebruiken. Na een tijdje kwam er een brief van een Madrileense advocaat: of ik maar even wilde betalen. Niet dus, waarna ik de naam wijzigde. Zijn ze helemaal mesjokke'.

En als hij een tweede papier moet invullen voor het geval hij controle krijgt, verzucht hij: 'Papieren. Poltiek meneer terwijl de crisis ons bj de strot heeft', waarbij hij het schrijfwerk onderbreekt om even zijn eigen keel dicht te knijpen. 'Politici meneer, die vullen hun zakken', en weer stopt hij even met pennen om met gebaren zijn woorden te onderstepen. 'En de bankiers'.

Don Pedro is van 1948, een jaar jonger dan ik dus. Hij drijft met zijn vrouw een voor dit gehucht flinke tent met twee eenvoudige appartementsgebouwen. Plus zwembad, waarin ik al snel een duik neem. Het praatje beschouw ik als folklore, zeker als ik later zijn auto onder de stoffen hoes vandaan zie komen: een nieuw model Audi.

Een paar honderd meter verderop bevindt zich de archeologische vindplaats van het oude Baelo. Met een prachtig gebouw voor ontvangst en educatie. Vier jaar terug heb ik het nauwgezet bezien en ik zal het dit keer niet bezoeken. Met tien geweldige dagen cultuur van Valencia tot Cádiz zit ik even 'aan m'nne taks', zoals ons moeder zaliger gezegd zou hebben.

's Avonds - voor ik gefrituurde chipirones ga eten - is er een mooie zonsondergang. Op weg naar het restaurantje graast een koe langs de kant van de weg. Een stier, die geen oog heeft voor mijn roze t-shirt. De ezels die vier jaar terug uit de gezamenlijke verzamelplaats voor vuilzakken stonden te vreten, heb ik nog net kunnen ontwaren. Neemt de beschavig hier dus toch toe?

zondag 5 augustus 2012

Carmona

Zaterdag 4 augustus 2012 rijden we richting Sevilla. Die plaats zullen we overslaan om oververhitting te voorkomen. Zelf ben ik er al geweest en het zomerseizoen is niet echt geschikt voor een wandeling door wat bekend staat als de warmste stad van Spanje. We moeten in de buurt zijn, want mijn nichtje en haar man vliegen morgen in alle vroegte terug naar San Diego, Californië. Ze heeft een hotel geregeld in de buurt van de luchthaven. Dus doen we het rustig aan en gaan via kleine weggetjes langs witte dorpjes zoals Las Cabezas de San Juan en Dos Hermanas. Onderweg parkeer ik even voor een foto van de sherrystier. De overgebleven exemplaren zijn na enige strijd tot Spaans cultureel erfgoed verklaard.

We stoppen in Carmona voor een bezoek aan de oude Romeinse 'dodenstad'. In vergelijking met 7-8 jaar geleden is de aanpak sterk verbeterd. Er is een uitgebreid bezoekerscentrum en het terrein zelf kent een betere routering.

De zon staat hoog en steekt. Mijn strooien hoed heb ik uitgeleend dus ga ik terug naar de balie voor een 'bezoekersexemplaar'. Het terrein 'blekkert' en ik ontwijk de schelle schittering door langs een leer ondergronds te gaan.

De tombe kent een negental uitsparingen voor het bijzetten van urnen of askistjes. De dodenstad kent veel ven dit soort 'mijngraven'. Er zijn ook bijgiften gevonden om de overgang van de gestorvene naar een volgend bestaan te vergemakkelijken. Één tombe bevatte een in steen uitgehouwen olifantje. De archeologen denken aan de invloed van een oosterse rite.

De begraafplaats heet Romeins. De vestiging op een heuvel is al voor die tijd bewoond geweest. Ik heb nooit in de VS op school gezeten en ik bespreek met mijn aangetrouwde Amerikaanse neef het effect van al die historische informatie over de Europese geschiedenis. De afgelopen dagen heeft hij veel 'bij' zitten lezen. Ik zou in zijn land hetzelfde doen. Wanneer was ook al weer de Burgeroorlog daar?

‘s Avonds gaan we voor de laatste keer deze vakantie samen eten morgen vliegen. Als we om 22.00 uur buiten op een terras zitten, stralen de stenen vloer en muren veel hitte uit. Je zou er een ei op kunnen bakken.Terug in het hotel nemen we afscheid, knuffelen en kussen, en gaat ieder naar zijn kamer. Ik heb van deze tien dagen met mijn familie genoten: dankjewel Denise en John.

Cádiz

Om precies 09.30 uur parkeer ik op 3 augustus 2012 de auto op de eerste ‘etage’ van de ondergrondse garage San Antonio in het centrum van Cádiz. Met vier jaar geleden lijkt er geen steek veranderd. Het tegendeel is ongetwijfeld waar. In elk geval bevindt het VVV zich in hetzelfde kioskachtige gebouw bij de haven. De man van mijn nicht raakt meteen opgetogen. Hij heeft als kapitein veel zeeën bevaren en voor deze Amerikaan 'does it feel like home'.
Er is meer dat hij en zijn vrouw hier menen te herkennen: het klimaat in deze stad. Dat voelt aan als dat in hun woonplaats San Diego, Californië. Ik was daar twee keer en ik snap hun enthousiasme.

De stad heeft vier gemarkeerde wandelroutes. Die kun je lopen langs evenzovele op het trottoir aangebrachte 'linten'. Elk heeft een eigen kleur. Panelen vertellen onderweg de wetenswaardigheden. Een simpel en handig systeem. Wij kiezen het onderwerp dat de bastions aan de zeezijde in beeld brengt en gaan aan de wandel. Ondertussen vertel ik over de handels- en culturele betrekkingen tussen Cádiz en de Nederlanden voor en tijdens de Gouden Eeuw. De werken daarover van de hier geboren Ana Crespo Solana heb ik nauwgezet gelezen.

Het wordt een in mijn ogen plezante tocht met historie, continent overstijgende verbanden, aangename verwondering, zoals in het fort dat Filips II liet bouwen na de plundering door een Engels-Hollandse vloot in 1596. De binnenplaats van dit bastion doet sterk denken aan bouwwerken die dankzij de Spaanse aanwezigheid daar, ook in de omgeving van San Diego te zien zijn. Een vervreemdend effect.

Het door mij aangeprezen Romeinse amfitheater blijkt vanwege urgente werkzaamheden gesloten. Het zogenoemde 'Huis van de Bisschop' bezoek ik opnieuw. Een wandeling op één plek langs een archeologische route die teruggaat tot de stichting der stad door de Feniciërs. Ook hier lees ik een verwijzing naar de Engels-Hollandse plundervloot van 1596. Plus dat de bisschopswoning te zien is op een schilderij uit 1567 van Anton van den Wyngaerde, Antonio de las Viñas. Kijk, da's dan een verwijzing naar de aanwezigheid hier van lieden uit de Spaanse Nederlanden. In Sevilla en omgeving waren dat er honderden: handelaren, kunstenaars, handwerkslieden.

En er is Bar 'El Rincon de Cai', aangeprezen door de baliemedewerkster van het Palacio Episcopal. Ik eet er Albondigas de choco, visballetjes met sepiasaus. Een tapa die ik in mijn persoonlijke top-3 zet.

Na de siësta in het hotel rijden we naar Arcos de la Frontera waar we een hapje eten en om 22.00 richting Plaza del Cabildo gaan. Feest Velá Flamenca de las Nieves.

Jerez de la Frontera

Vanwege de warmte gaan we donderdagmorgen 2 augustus al rond 08.00 uur naar Jerez de la Frontera. Een tochtje van 12 km. Toen ik hier vier jaar geleden was, maakte de dame er een foto van een elektronische temperatuurmeting: 40C.

Eerst de wagen ondergronds parkeren om vervolgens te ontbijten terwijl de stad langzaamaan tot leven komt. Met de aanwijzingen van de VVV-dame gaan we richting El Alcázar, de burcht. Een beetje Spaanse stad heeft zo'n fort. De naam herinnert aan de Arabische periode.

Ook in Jerez de la Frontera vormt deze versterkte plek een mengeling van Arabische bouwwerken en Spaans-Katholiek triomfalisme. Zo is de moskee perfect als zodanig herkenbaar, terwijl het altaar getuigt van de overname door de Rome-getrouwen.

Het Arabische badhuis plaatst me even in een andere wereld.

Het panorama achter de hoge kantelen laat vermoeden hoe groots het uitzicht van de verdedigers was. 'Groots' is natuurlijk een interpretatie vanuit toeristisch perspectief.

Al met al vraagt het bezoek aan dit Alcázar zo veel tijd, dat we ons linea recta naar de Spaanse Rijschool begeven waar om 12.00 uur de show begint. Hiervoor moeten we dwars door de stad. In 2008 vond ik die voorstelling mooi, dus ga ik graag met mijn nichtje en haar man mee naar binnen.

De Spaanse Rijschool in Wenen zou ouder zijn.Toen deze in 1572 startte, gebeurde dat met Spaanse paarden. Misschien vreemd, want vorst Filips II was familie van het Oostenrijkse Huis. Thuis maar eens op googlen.

De demonstratie 'Dansende paarden' is - voor zover ik dat kan beoordelen - knap. Daarnaast gaat ook dit jaar mijn belangstelling uit naar de vrouwelijke suppoosten die als ware spionnen ieder die maar een foto wil maken, onverwacht op de vingers tikken.

Buiten hangt de hitte. Het geadviseerde restaurantje heeft weinig haast dus verlaten we die zaak. Alle volgende tentjes zijn leeg tot we wat vinden waar de localo's zijn. Prima bediening en al snel staat het eerste gerecht op tafel. Klasse.

De sherryhuizen slaan we over. In de super van Mercadona koop ik een fles Pedro Ximénez. Als aperitief, wanneer we lang na de siësta toe zijn aan de avondmaaltijd.

zaterdag 4 augustus 2012

Arcos de la Frontera

Veel plaatsnamen in Andalusië eindigen op 'de la Frontera'. Dat toevoegsel herinnert aan de herovering van het land op de Arabieren. De Spanjaarden hadden er  - na de invasie van 711 - tot 1492 voor nodig om hun land weer onder eigen beheer te krijgen. Het grensgebied verplaatste zich voortdurend, vandaar 'Frontera'.

Arcos is een oude stad. Volgens de overlevering gesticht door Noë of Noach, bekend van 'De Ark'. Vandaar. Het ligt als een vesting hoog op een heuvel, een strategische positie en vanaf ver te zien. Een mooi gezicht.

Zoals zowat steeds in deze streek, kreeg het vorm tijdens de Moorse tijd. Het latere bruine fort contrasteert in kleur en vorm met de rest. Ook de nabijgelegen donkerdere Mariakerk bevestigt de herovering door de katholieke troepen.

De bovenstad is een wirwar van straatjes. We wandelen er op twee momenten van de dag. Op 1 augustus in de vooravond en op de derde na zonsondergang. Arcos onder de sterrenhemel krijgt mijn voorkeur.

Op 3 augustus zitten we na het eten om 22.15 uur vooraan op de Plaza del Cabildo voor een optreden tijdens de Velá Flamenca de las Nieves. Weer zangers en zangeressen, op een toneel, opgesteld tegen het verlichte decor van fort en kerk. Aangekondigd voor 22.30 begint het om 23.00 uur. Zoals eerder in Jédula vind ik het begeleidende gitaarspel boeiender dan het gezang. Ik moet kennelijk nog wat leren, want het publiek is enthousiast.

Dus ga ik wat wandelen terwijl de anderen nog blijven kijken. Ik maak de nodige foto's van witte straatjes waarin hanglampen een gelig-wit licht uitstralen. Ik ben terug op het plein wanneer de burgemeester met een praatje voor een onderbreking zorgt. Na hem vertelt nog iemand een verhaal. De bar achter op het plein krijgt het er maar druk mee. Dan is het echt pauze. Mijn Amerikaanse familieleden houden het nu ook voor gezien: we gaan naar de auto en rijden naar ons rustige hotel in Jédula. Onderweg bespreken we de haalbaarheid van de formule 'McTapas', een onderwerp dat ons al dagen weet te boeien.

Jédula

Op 1 augustus 2012 arriveren we rond 16.00 uur in Jédula. Tot eerder had ik daar nog nooit van gehoord. Het hotel dat via internet vanuit Ronda besproken is, zou in Arcos de la Frontera moeten liggen, volgens booking.com. Dat blijkt dus 12 km verder te zijn. Achteraf prima, want als we 's avonds na de grote hitte om 20.00 uur Arcos bezoeken, zijn we blij met de rustige plek aan de verre rand van deze gemeente.

Onderweg naar hotel El Fazain was het opnieuw bloedheet: 38/39°C. Inmiddels zijn we volkomen aangepast: vroeg op pad, lunch tegen 14.00 uur, een lange siësta en na 19.00 uur weer op pad. En dan rond 22.00 nog wat eten.

Dat is nu wat later en het valt samen met het optreden van een flamencozangeres plus -gitarist op het dorpsplein bij ons hotel. Onder de tapas - om 23.00 uur buiten - kunnen we de muzikale prestaties prima volgen. Zoals gebruikelijk treden ze zittend op. Kennelijk kun je zo ook zingen met buikademhaling. Het gitaarspel snap ik, terwijl ik bij het gezang de weg kwijtraak. Bij tijden klapt het publiek ritmisch mee. Syncopisch, denk ik. Er mag ook spontaan geroepen worden.

We bespreken onze voorgaande wandeling door Arcos de la Frontera. De historische kern die op een rots hoog boven de omgeving uit steekt, vinden we mooi. En tegelijkertijd wat 'gepolijst' als het in de historische kern om de eetgelegenheden gaat. Met hier en daar chasseurs die de keuken aanprijzen. Omdat we voorafgaand niemand aangesproken hebben voor goede restaurantjes, eten we bij het hotel. Heel lekker.

Als we na middernacht naar onze kamers gaan, blijft het nog lang druk op het plein. En de ouders laten de jonge kinderen gewoon tot tegen 01.30 uur buiten skaten en spelen. In andere landen zouden ze de Kinderbescherming aan de deur krijgen.